Een jonge regiestudente over het sturen van acteurs en hun taalgebruik in kortfilms: een grotere uitdaging dan je misschien denkt.
Sarah Van Remoortel, een studente filmregie aan het RITCS in Brussel, wist aan het begin van haar studies nog niet precies waar ze zich als regisseur nu exact mee zou bezighouden. Camerastandpunten, belichting en het algemene uitzicht van een scène leken haar de meest vanzelfsprekende verantwoordelijkheden. Na bijna drie jaar studeren en één afgewerkte kortfilm weet ze echter dat ook het script een enorme rol speelt in het regisseren van een film. Het wordt bijna nooit exact gebracht zoals de scenaristen het schreven en dat is vaak aan de regisseur te danken. Aanpassingen zijn namelijk onvermijdelijk om de acteurs te helpen en een uiteindelijk kwalitatief resultaat te bereiken. Hier vertelt Sarah ons verder hoe en waarom ze zich zo vaak met het script bezighoudt in haar studie.
Je hebt ondertussen al een beetje ervaring opgedaan wat betreft kortfilms regisseren. Waarom is het nu net zo belangrijk om je ook als regisseur bezig te houden met het script?
In een film is het enorm belangrijk dat elk woord natuurlijk overkomt, zeker wanneer je met dialoog werkt. Als mensen je personages niet geloven, blijven ze ook niet kijken. Natuurlijk hoop je als regisseur op acteurs die eender welk script met de grootste geloofwaardigheid naar voren kunnen brengen, maar in de realiteit is dat nooit het geval. Als student is dat zelfs een nog grotere uitdaging omdat we -zeker in de eerste jaren- eigenlijk vooral werken met medestudenten of vrienden die niet per se acteren studeren. Dat maakt het script ook zo belangrijk. Als een acteur moeite heeft met bepaalde stukken uit een dialoog kunnen we soms niet anders dan het script aanpassen. Het heeft echt geen zin om te blijven proberen als het in hun hoofd niet klikt. Soms vinden ze bijvoorbeeld dat iets niet in lijn licht met hoe ze het personage tot nu toe hebben gespeeld of zijn het echt gewoon enkele specifieke woorden waarmee ze in de knoop liggen. Ik pas het script dan ook echt op de set aan met medewerking van de acteur zelf om het natuurlijker te laten aanvoelen. aan de muziek en enthousiast meedanste.
Wat voor aanpassingen maak je dan zoal aan het script?
Vaak gaat dat over kleine woordjes puur omdat mensen nu eenmaal dingen op een andere manier zeggen dankzij een bepaald accent of door invloed van hun vrienden of familie. Sommige mensen gebruiken bijvoorbeeld liever het woord ‘super’ waar anderen eerder ‘kei’ zouden zeggen. Zoiets passen we meestal gewoon direct aan in een script. Daarom schrijf ik in eerste instantie trouwens mijn script altijd in het Standaardnederlands. Zo kan ik het dan later beter aanpassen aan de acteur zelf. Ik lig echt niet wakker over die kleine woordjes zolang de algemene boodschap behouden blijft. In het echte leven spreekt ook iedereen anders hé. Het is dus logisch dat dat in een film hetzelfde is. Vaak gaat het dan gewoon over zinsconstructies die ik makkelijk kan aanpassen. Soms gaat het echter over meer dan een paar kleine woordjes. Als een groot deel van het script onnatuurlijk aanvoelt voor de acteur of als die het gevoel heeft dat het personage iets op een andere manier zou zeggen dan zitten we even samen om tot een nieuwe tekst te komen.
Hoe gaat dat dan in zijn werk?
Als het echt niet overkomt zoals ik het wil of als het voor de acteur niet juist aanvoelt, zet ik de acteur even los van het script en laat ik hem of haar wat improvisatie doen. Zo weet ik wat hij of zij kan en hoe die de situatie ziet zodat ik kan inspelen op wat de acteur in de impro heeft gebruikt. Zo zien acteurs soms een scène eerder als boos dan droevig en dan zullen ze bijvoorbeeld meer vloeken in hun dialoog en agressievere woorden gebruiken. Omgekeerd kan het natuurlijk ook dat we juist delen van de dialoog weghalen om een eerder droevige of teleurgestelde emotie op te wekken bij het publiek. Die nieuwe input probeer ik dan te verwerken in de nieuwe dialoog, maar ik geef natuurlijk zelf ook tips over hoe je bepaalde zaken kan verwoorden. Zo is het vaak beter om je taal eenvoudiger te maken. Bijna niemand zegt uit zichzelf: ‘nu maak je me razend’, maar we gaan veel sneller iets zeggen zoals: ‘je maakt me boos’. Niet veel mensen spreken uit zichzelf met heel ingewikkelde woorden of zinsconstructies. Taal moet eerlijk zijn, alsof de personages echte mensen zijn. In sommige gevallen vergt een bepaald personage natuurlijk wel een specifieke spreekstijl. Zo is het soms de bedoeling dat personages met complexe woorden spreken, wat het moeilijker kan maken. In dat geval probeer ik meer te focussen op de manier waarop gespeeld wordt dan de woorden eenvoudiger te maken en zo inhoud te verliezen. Zolang de verhaallijn niet wordt aangepast sta ik open voor veel verandering.
Je sprak daarnet over het aanpassen van woorden naargelang het accent van een acteur/actrice, maar is het soms juist niet belangrijk om een bepaald accent te behouden?
Ik ga heel eerlijk zijn hé (lacht). Ik werk niet super graag met heel uitgesproken accenten zoals West-Vlaams of Limburgs. Daarom is het voor mij ook nog geen probleem geweest om scripts aan te passen aan de natuurlijke spreektaal van mijn acteurs. Je hebt wel gelijk hoor. Soms is een bepaald accent wel echt een meerwaarde. Zo kan ik me bijvoorbeeld Eigen Kweek niet voorstellen zonder het kenmerkende West-Vlaams. De sfeer van die streek en de serie zelf zou zonder dat dialect veel minder tot zijn recht komen. Hoewel ik nog geen kortfilm heb gemaakt waar er een accent nodig was, zou ik in dat geval wel echt een acteur zoeken die dat specifiek accent van nature heeft. Zo is zijn of haar natuurlijke manier van spreken bijna exact wat we nodig hebben, wat het misschien zelfs iets makkelijker maakt. Als ik toegang zou hebben tot professionele acteurs, zou ik misschien nog durven gaan voor iemand die dat accent niet van nature heeft, maar het wel kan imiteren. Toch blijft dat natuurlijk een risico. Voor mij is het namelijk moeilijker om te weten of het West-Vlaams nu natuurlijk naar voren komt aangezien ik het zelf niet spreek. Tot nu toe heb ik ook nog niemand in een ander accent laten acteren dat van zichzelf.
Wat vind je als regisseur dan het belangrijkste om je film tot een goed einde te brengen: het script of het sturen van de acteurs?
Als het erop aankomt, vind ik het sturen van de acteurs toch het belangrijkste. Het script is zeker belangrijk als een soort van houvast, een kapstok waarrond je de scène opbouwt. De inhoud en volgorde van een gesprek blijven dan meestal onveranderd, maar het is de manier waarop iets gezegd wordt die ik dan aanpas. Toch blijft het zo dat iets op papier altijd anders overkomt bij verschillende mensen. Wat voor de schrijver natuurlijk aanvoelde, kan voor de acteurs of voor mij juist heel geforceerd klinken. En zij zijn nu net degene die het geloofwaardig moeten laten overkomen. Daarom zal ik ook niet vaak twijfelen om iets te veranderen aan het script als het niet werkt. Het is beter om een paar woorden of zinnen op te offeren dan de emoties of de geloofwaardigheid van je film. Ik zoek dan simpelweg samen met de acteur een andere manier om de boodschap te verwoorden. Soms kan het ook helpen om het personage eens te bespreken met de acteur. Die moet natuurlijk snappen waarom het personage iets zegt.. Soms probeert een personage bijvoorbeeld wel iets op een rustige manier te zeggen, maar is die vanbinnen echt woedend. Als je dat als acteur niet te pakken hebt, zal het ook moeilijk zijn om je tekst goed over te brengen. Daarom moeten we soms enkel die subtiele emoties duidelijk maken om het script te laten werken. Zo probeer ik het algemene beeld dat ik voor ogen had te behouden. Als ik het script daarvoor toch moet veranderen, heb ik daar geen enkel probleem mee.
Zorgt dat dan niet voor discussies met de scenarioschrijvers?
Ik heb dat persoonlijk nog niet vaak voorgehad, maar dat is wel een van de redenen waarom de scenaristen vaak niet mee op de set staan. Zij willen soms de bovenhand krijgen omdat ze het vaak helemaal geschreven hebben en willen zich dan ook graag houden aan het script. Ik snap natuurlijk dat het moeilijk is om veranderingen te zien in iets waar je zo hard aan gewerkt hebt. Scenaristen schrijven een script met de overtuiging dat wat op het papier staat ook de beste manier is om iets over te brengen. Zo besteden ze bijvoorbeeld veel aandacht aan de connotatie van woorden en hoe die een bepaalde sfeer oproepen. Als dat script dan ook nog eens natuurlijk aanvoelt voor de acteur zit je uiteraard in een ideale situatie. Je tekst is namelijk heel sterk opgebouwd en je acteur kan die dan ook op een geloofwaardige manier naar voren brengen. Soms werkt dat echter niet. Scenaristen kunnen nu eenmaal niet in de toekomst kijken en weten vaak nog niet welke acteurs we zullen gebruiken en wat zal werken voor hen. Daarom zijn die aanpassingen waarover ik spreek ook zo vaak nodig, maar ik kan me voorstellen dat het soms een beetje voelt alsof je een speech schrijft voor iemand die dan op het podium begint te improviseren. Dat is natuurlijk niet altijd even leuk. Dat betekent wel niet dat we nooit het script volgen, maar aanpassingen, zeker kleinere, komen heel frequent voor. Vorig jaar wou mijn scenarioschrijver bijvoorbeeld graag mee regisseren. Samen moesten we in één dag iets schrijven en filmen dus waren we ook allebei aanwezig. Toen merkte ik snel dat dat echt niet makkelijk is. Omdat hij het script geschreven had, had hij veel meer moeite om zich ervan af te zetten dan ik. Toen heb ik toch even moeten zeggen dat hij me mijn ding moest laten doen. Soms werken bepaalde zaken in de praktijk nu eenmaal niet, hoe mooi ze ook zijn op papier. Ik zou dus liever een film beginnen maken zonder script dan niks aan het script te mogen veranderen.
We hebben nu vooral gesproken over dialoog, maar is het dan veel anders om bijvoorbeeld een voice-over te regisseren?
Voor mij ligt een voice-over vaster in het script dan bijvoorbeeld een dialoog. Je moet heel hard letten op de hoeveelheid tekst die je gebruikt. Als je te veel zegt komt het heel onnatuurlijk en raar over, maar als je te weinig zegt kan je publiek zich afvragen waarom de voice-over zelfs in de film zit. Je ziet ook het personage niet waardoor je extra hard moet letten op de samenwerking tussen beelden en tekst. Bij een dialoog is dat makkelijker: je ziet vaak gewoon het personage in beeld als die aan het spreken is. Ook is het een manier om iets te zeggen zonder het echt te laten zien. Je kan je publiek laten kennismaken met het personage op een heel directe manier , terwijl je in een dialoog alles onbewust te weten moet komen. Doordat je in een voice-over slechts rekening moet houden met één persoon kan dat ook iets poëtischer geschreven zijn dan een dialoog. Mensen zouden nooit tegen elkaar praten zoals personages in zichzelf reflecteren over bijvoorbeeld het verhaal. Door die zorgvuldige en vaak iets poëtischere opbouw van de tekst is er ook minder plaats voor aanpassingen. Daarom is een voice-over ook vaak moeilijker dan dialoog. Je hebt echt sterke acteurs nodig om dat goed te doen. Zij kunnen sneller tekst natuurlijk laten aanvoelen ook al zouden ze zelf niet zo praten. Bij ervaren acteurs zit er namelijk veel meer emotie in, wat in een voice-over extra belangrijk is omdat we het personage niet zien.
Voel je je nog altijd overtuigd over je studie regie of voel je je soms niet meer een scenarioschrijver als je hele dagen aanpassingen zit te maken aan een script?
(lacht) Nee, ik hou me met nog ontelbaar andere dingen bezig tijdens het regisseren. Persoonlijk denk ik nog altijd meer aan het complete plaatje en aan de handelingen die de acteurs moeten uitvoeren dan aan de specifieke manier waarop ze dingen zeggen. Ik denk dus vooral aan de manier waarop de volledige film overkomt. Wanneer en uit welke hoek toon ik bijvoorbeeld dat iemand een mes uit de kast haalt? Klopt de belichting met de sfeer van de scène? Werkt deze camerahoek het beste om die emotie te tonen? Dat zijn zaken die het uiteindelijke uitzicht van je film bepalen. Toch blijft de dialoog een heel belangrijk aspect. Als je dialoog suckt, suckt je hele film. Dat is misschien wat bruut gezegd, maar het is wel gewoon de waarheid. Je moet er dus wel hard aan werken. Daarom dat een slechte prestatie van een acteur ook zo doorslaggevend is. Niemand zal zich de mooie scèneopbouw of goed gekozen camerahoeken herinneren als de gesproken tekst op niets trok. Dus nee, ik zal nooit een scenarioschrijver zijn, maar ik ben wel veel vaker bezig met verwoording dan ik ooit voor ogen had.