De discussie rond de grenzen van humor bereikte afgelopen zomer opnieuw een kookpunt toen de VRT besliste om een aantal afleveringen van de populaire sitcom F.C. De Kampioenen uit haar aanbod te schrappen. De afleveringen zouden niet langer getoond worden omdat ze racistische, seksistische, homofobe of stereotiepe opmerkingen bevatten en niet meer bij de tijdsgeest van vandaag passen. Wat volgde was een overvloed aan reacties, artikels, opinies en zelfs een petitie om de geschrapte afleveringen terug te halen, die ondertekend werd door tienduizenden mensen. Uiteindelijk plaatste de VRT de afleveringen opnieuw online mét een voorafgaande disclaimer die de kijkers waarschuwt voor bepaalde scènes. Nu de storm wat lijkt te zijn gaan liggen, zit ik neer met Bart Cooreman, voormalig scenarist van F.C. De Kampioenen. We hebben het over de geschrapte afleveringen, de verschuivende grenzen van humor en hoe die het schrijven kunnen beïnvloeden, maar ook over de maatschappelijke gevoeligheden en hoe die niet altijd hetzelfde zijn geweest. ‘Humor is voor alle mensen verschillend: zet tien mensen op een rij en een grap gaat voor de ene totaal niet kunnen terwijl de andere er geen probleem in ziet.’
Uit ons hele gesprek blijkt hoe trots Bart Cooreman is op het werk dat hij voor De Kampioenen verricht heeft. Als ik hem dan vraag of hij er begrip voor kan opbrengen dat sommige van de door hem geschreven aflevering geschrapt werden, benadrukt hij vooral dat dat een keuze van de VRT is geweest: ‘De VRT staat voor een inclusieve samenleving, dus als zij van oordeel zijn dat het beter is om de afleveringen te schrappen, dan leg je je daarbij neer. Ik begrijp dat sommige mensen daar aanstoot aan kunnen nemen en dan is het misschien goed dat het niet meer wordt uitgezonden.’
“We hebben niemand uitgesloten om mee te lachen, we lachten met alles en iedereen.”
Hij is ook voorstander van de uiteindelijke oplossing van de VRT om een disclaimer voor de afleveringen te tonen, zeker als ze nog jaren wil doorgaan met de heruitzendingen van de serie. Het is iets dat de VRT ook al bij andere reeksen uit de jaren ’80 en ’90 heeft gedaan, vertelt Cooreman me. ‘Ik vraag me dan wel af waarom de afleveringen aanvankelijk niet meer aangeboden werden om het dan uiteindelijk toch op te lossen met een disclaimer. Eigenlijk was heel die heisa niet nodig.’
Op de vraag of het een vorm van censuur is als de VRT eenzijdig beslist wat er wel en niet mag worden uitgezonden, kan hij weinig zeggen. De scenarist is van mening dat de consument nog steeds de vrijheid heeft om zijn dvd te nemen en naar de afleveringen te kijken en dat het een keuze is van de VRT om ze niet meer aan te bieden. Cooreman vindt censuur en daarbij aansluitend cancelcultuur iets contradictorisch: ‘Het rare is dat als je censureert of cancelt, je uitsluit, wat eigenlijk het tegenovergestelde van inclusie is.’
Hij stelt zich ook vragen bij de willekeur waarmee de afleveringen geschrapt zijn. Zo is er bijvoorbeeld een aflevering geschrapt omdat er scènes inzaten waarin Boma ‘avances’ maakt naar Bieke, maar als je alle afleveringen van De Kampioenen gaat bekijken, zit er in elke aflevering wel grensoverschrijdend gedrag van Boma. Hij vindt het dus bizar dat ervoor gekozen is net die ene aflevering niet meer uit te zenden. Cooreman vertelt dat er ook een aflevering is rond Billie die doet alsof hij homoseksueel is die niet meer uitgezonden wordt door de stereotiepe denkbeelden die erin zitten. Hij begrijpt dan niet waarom de aflevering ‘Xaviera Waterslaeghers’, waarin Xavier een homoseksuele man speelt op dezelfde, overdreven manier wel nog wordt uitgezonden.
“Je weet waar de gevoeligheden liggen en die ga je tijdens het schrijven dan ook handig uit de weg. ”
Cooreman heeft soms het gevoel dat er met twee maten en twee gewichten wordt geoordeeld, wat hij spijtig vindt. Hij verwijst naar de Play4-serie Nonkels: ‘Bij sommige grappen heb ik toch even gefronst en mij de vraag gesteld of die serie ook op de VRT zou kunnen, maar daar is dan heel weinig commentaar op gekomen dus dan zal dat wel oké zijn, denk ik dan.’ Hij heeft het ook over de strips van Jommeke die vol staan met clichés, maar waarvan nog geen enkel album uit de rekken is gehaald wegens achterhaalde beelden of grappen.
De scenarist benadrukt dat het nooit de bedoeling van de makers was om mensen te kwetsen met de grappen die ze schreven. Voor hem was De Kampioenen een half uurtje ontspanning voor de tv, een gezellige avond waarop er gelachen werd: ‘Met lachen doe je niemand kwaad. Het is niet uitlachen, het is gewoon lachen, dat was het. Bovendien kwamen de Kampioenen er zelf ook niet altijd even goed uit. Het waren stereotypen: een ‘sjoemelende’ garagist, iemand die worsten maakt van slachtafval…We hebben niemand uitgesloten om mee te lachen, we lachten met alles en iedereen.’ Zo is hij ook van mening dat in de aflevering ‘Kamer te Huur’ (een van de controversiële afleveringen die geschrapt werd wegens racistische uitspraken, red.) vooral gelachen wordt met de vooroordelen die de Kampioenen hebben. ‘In de scène waarin Pascale met een fruitmand op haar hoofd in een lang kleed staat te dansen, maak je eigenlijk haar belachelijk in plaats van Dieudonné. Het is een uitvergrote situatie, want dat is ook comedy, je moet overdrijven.’ De scenaristen probeerden ook alle meningen uit de maatschappij aan bod te laten komen. Er zit weerwerk in: bepaalde grappen worden gecounterd door de personages zelf. ‘Als bijvoorbeeld Fernand een racistische opmerking maakt, kan dat voor de andere personages niet door de beugel en wordt er dan ook gewoon gezegd: “Fernand, gij racist!” Zo zitten in diezelfde aflevering ‘Kamer te Huur’ wel degelijk enkele vooroordelen over mensen met een donkere huidskleur, maar daar wordt dan ook tegenin gegaan.’
“Lachen met het geloof en de dood kon vroeger niet.”
Cooreman heeft het gevoel dat je nu niet meer met alles en iedereen mag lachen en dat merkt hij ook tijdens het schrijven. Hij zal zeker meer opletten waarover hij schrijft en bepaalde onderwerpen die gevoelig liggen, vermijden om toch geen risico’s te nemen: ‘Je weet waar de gevoeligheden liggen en die ga je dan ook handig uit de weg.’ Zo zal hij minder geneigd zijn om nog grappen te schrijven over de lgbtq+-gemeenschap en mensen met een donkere huidskleur omdat duidelijk is dat daar de gevoeligheden in de maatschappij liggen en de kans op kritiek het grootst is. Hij ervaart dat het tegenwoordig nodig is om altijd twee keer na te denken over een grap om ervoor te zorgen dat niemand zich tegen de borst gestoten voelt. ‘Momenteel schrijf ik geen comedy meer. De Kampioenen zijn gestopt en ergens ben ik blij dat ik dat niet meer moet doen. Als ik namelijk bij bijna elke grap over een bepaalde gevoeligheid moet beginnen nadenken of ze zou kunnen kwetsen of discrimineren… (zucht).’
De eerste keer dat Cooreman echt ondervond dat bepaalde onderwerpen heel wat gevoeliger waren geworden in de maatschappij was tijdens het schrijven van de derde Kampioenen-film, F.C. De Kampioenen 3: Forever, waarin de Kampioenen naar Zuid-Afrika trekken. ‘Bij die Kampioenen Forever voelde je wel, gezien het onderwerp, dat we moesten opletten. We zijn tijdens het schrijven dan ook van meet af aan op onze hoede geweest voor wat er kan en niet kan en hebben er proberen voor te zorgen dat we niet op gevaarlijk terrein zijn gekomen. We wisten dat het een gevoelig onderwerp was en we moesten toch wel opletten toen we met het verhaal bezig waren en grappen schreven. Als er discussie was over een bepaalde grap, werd dat altijd in de groep schrijvers besproken. Als iemand aan een grap twijfelde, werd er over die grap gediscussieerd of ze behouden, aangepast of weglaten moest worden.’
Cooreman merkt daarin een groot verschil met hoe het er vroeger aan toeging tijdens het schrijven van de afleveringen: ‘Ik kan niet zeggen dat we er tijdens de reeks van De Kampioenen zelf ooit stil bij moesten staan of een bepaalde grap te ver ging of niet. Vroeger was dat onbestaande. Je let nu sowieso meer op wat er kan en niet meer kan.’ Hij kan zich ook niet herinneren dat er tijdens het maken van de reeks ooit iemand van hogerhand de scenario’s nalas. Enkel de producer, script-editor, scenarist en regisseur bepaalden hoe een aflevering eruit zou zien. Bij de films daarentegen ging het scenario wel naar VRT-medewerkers, die het eerst zelf wilden nalezen: ‘Ze hadden dan altijd een hele waslijst met opmerkingen over wat er wel en niet kon voor hen.’ Dat was ook het geval toen de scenaristen aan het schrijven waren aan de allerlaatste reeks van De Kampioenen (die er uiteindelijk toch niet is gekomen door het overlijden van Johny Voners, red.). Toen is ook van de VRT de vraag gekomen om eens met haar samen te zitten zodat ze op de hoogte zou zijn van wat er op antenne zou komen. Op zulke momenten voelde Cooreman dat de tijden sterk veranderden en de gevoeligheden aangescherpt werden.
“Ergens ben ik blij dat ik dat niet meer voor ‘De Kampioenen’ moet schrijven, want als ik bij elke grap over een bepaalde gevoeligheid moet beginnen nadenken of ze zou kunnen kwetsen of discrimineren…“
Nog een opmerkelijk voorbeeld van hoe de tijdsgeest is veranderd, is hoe de eerder vernoemde aflevering ‘Kamer te Huur’, die nu enorm onder vuur ligt, twintig jaar geleden heel erg positief onthaald werd. ‘Twintig jaar geleden, toen ik die aflevering schreef, is daar niemand in de media over gevallen, geen enkele journalist heeft mij na afloop van die aflevering gebeld. Ik heb toen zelfs na de uitzending een mail gekregen van de netmanager van één, Wim Vanseveren, met felicitaties voor de hele ploeg omdat de aflevering een bijzonder hoge waardering van 8.2 had gekregen.’
Uiterst opvallend is wel dat er vroeger andere onderwerpen gevoelig lagen in de maatschappij en ook toen kwam er heel wat reactie op als daarover grappen werden geschreven. Soms kwam die reactie van de acteurs zelf, die ook nog inspraak hadden in een scenario en konden aangeven wanneer bepaalde grappen voor hen te ver gingen. ‘Wat vroeger erg gevoelig lag, was lachen met de dood. De aflevering ‘Het Cadeau’, waarin Bieke en Mark de begrafenisonderneming van zijn ouders als huwelijkscadeau krijgen, heb ik moeten herschrijven. Dat was niet omwille van commentaar van de productie en de script-editing, maar omdat de acteurs vonden dat bepaalde scènes te ver gingen. Ik heb dan wat nuances moeten aanbrengen en sommige scènes wat suggestiever moeten maken. Er is bijvoorbeeld een scène waarin Mark in zijn onhandigheid een urne laat vallen en de assen dan bijeenveegt en in zijn thermos doet. Dat vonden de acteurs te ver gaan en dan heb ik die acties enkel auditief gesuggereerd door ze buiten beeld te laten plaatsvinden.’ Hij heeft ook een verklaring voor die gevoeligheid rond grappen over de dood: ‘De Kampioenen kwam zaterdagavond op tv en heel veel mensen hebben zaterdag een begrafenis gehad of zijn iemand verloren. Daarmee geconfronteerd worden zou allemaal nogal pijnlijk kunnen zijn en vanuit dat oogpunt zijn er een aantal dingen in die aflevering herschreven.’ Ook kwam er veel kritiek als er gelachen werd met het christelijke geloof. ‘Ik heb zo een paar afleveringen geschreven met een katholieke inslag, bijvoorbeeld een kerstaflevering waarin Carmen Nero in de kribbe legt als kindje Jezus of een scène waarin een heiligenbeeld bij Fernand begint te wenen en dat als oplichterij wordt bestempeld. Daar is een berg van kritiek op gekomen, want dat is lachen met het geloof en dat kon blijkbaar niet.’
“20 jaar geleden heb ik na de uitzending van ‘Kamer te Huur’ een mail gekregen van de netmanager met felicitaties voor de hele ploeg omdat de aflevering een bijzonder hoge waardering had gekregen.”
Het debat rond grenzen van humor blijft voor Cooreman iets moeilijks. Waar ligt die grens? Wanneer is een grap grof, maar toch nog aanvaardbaar en wanneer wordt het echt kwetsend of beledigend? Het is een dunne lijn die je moet bewandelen en het is moeilijk om voor iedereen goed te doen. Hij vertelt een anekdote over een postbode die heel erg op zijn tenen getrapt was omdat hij het gevoel had dat in een aflevering zijn beroep belachelijk gemaakt werd en ook het leger was niet tevreden met de manier waarop ze vaak in een slecht daglicht kwamen te staan. ‘Humor zal altijd gevoeligheden met zich meebrengen omdat het vaak confronterend kan zijn en mensen zich aangesproken zullen voelen. Daarbij komt ook dat de maatschappij en publieke opinie voortdurend veranderen, waardoor ook de grens van wat aanvaardbaar is in humor blijft verschuiven. Onderwerpen waar nu vrijuit mee gelachen mag worden, zullen over twintig jaar misschien heel gevoelig liggen, maar het is onmogelijk om dat te voorspellen of daar nu al rekening mee te houden.’
Hij vindt wel dat als je niet houdt van een bepaald soort humor, je er ook niet naar moet kijken of in moet opwinden. Toch erkent hij dat net dat de laatste tijd meer en meer gebeurt, en misschien ligt daar het probleem wel. ‘Humor is voor alle mensen verschillend: zet tien mensen op een rij en een grap gaat voor de ene totaal niet kunnen terwijl de andere er geen probleem in ziet. Humor is zo breed en iedereen heeft zijn eigen stijl van humor.’